Teer (Tar Baby – eerder vertaald onder de titel Zwarte lokvogel) speelt in de Caribean, op het eiland Isle des Chevaliers. Toni Morrison (1931-2019) kan als geen ander natuurelementen opvoeren als personages. De natuur wordt niets gevraagd maar moet wijken voor de mens, is slachtoffer van mishandeling en machteloos. De loop van de rivier wordt veranderd en daarmee verandert alles want alles in de natuur hangt samen en niets is voor niets daar ontstaan waar het zich bevindt. Het openingshoofdstuk van deze roman is schitterend en het herlezen waard. Het leidt de lezer naar de plaats van handeling: het dunbevolkte eiland in het Caraïbisch gebied en introduceert het belangrijkste personage van deze roman met de vermaarde openingszin: “Hij meende veilig te zijn.”
Rentenier
De op leeftijd zijnde rentenier Valerian is eigenaar van een landgoed. Hij brengt zijn dagen door in de kas. Verder doet hij weinig. Hij heeft overal personeel voor. Zijn (tweede) vrouw Margaret is twintig jaar jonger. Samen hebben ze een zoon die in New York verblijft. Het is de periode voor kerst, en Margaret komt naar het eiland omdat zij erop rekent dat Michael voor kerst zal overvliegen. Niemand gelooft dat Michael echt zal komen, alleen Margaret zelf. Waarom dat zo is wordt gaandeweg onthult, het is het aangrijpende plot van de geschiedenis van Valerian en Margaret.
Op het landgoed zijn de verhoudingen duidelijk: Valerian is de baas en zijn vrouw daarna. Valerian en Margaret zijn wit (dit is het enige boek van Toni Morrison waarin de protagonist wit is) en het personeel is van kleur. Op het terrein wonen de kokkin Ondine, haar man de butler Sydney en hun nichtje Jadine Childs. Jadine is een beeldschoon en wereldlijk fotomodel. Zij is belangrijk voor beide ouderparen en haar solidariteit ligt niet altijd bij haar familie. Dan is er nog Gideon, de tuinman, die Tuinman wordt genoemd. Valerian weet niet eens dat hij Gideon heet. Voor de baas is hij de tuinman. Gideon woont verderop op het eiland met zijn zonderlinge zus Therese en haar dochtertje.
Ruimdenkend
Heel vermakelijk, vol humor maar ook scherp, worden de onderlinge relaties geschetst. Margaret en Valerian denken ruimdenkend te zijn. Dat zij bediend worden door het personeel en dat zij opdrachten uitdelen die het personeel uitvoert zien zij niet als discutabel. Zij vinden dat zij het personeel als familie behandelen. Niets blijkt minder waar als de spanningen oplopen met de komst van de zwarte Son. Son is letterlijk aangespoeld (in het openingshoofdstuk) en heeft zich een tijdje schuilgehouden in het huis. Als hij wordt betrapt raken alle verhoudingen verstoord, of althans, worden de verhoudingen duidelijk. Ondine en Syney kijken op hem neer, hij is een zwerver (lijkt het) is onverzorgd en vies. Ze zien hem niet als een van henzelf, zij voelen zich beter.
Om te laten zien dat hij en niemand anders de baas is, nodigt Valerian Son uit voor het diner, tot grote afschuw van de anderen, die willen dat Son wordt weggestuurd. Hij hoort er niet bij, sterker nog, hij was een indringer en begluurde (volgens Margaret) haar, of Jadine. Valerian is niks minder dan een plantagebaas in de moderne tijd. Jadine is onder de indruk van de voortvluchtige, mooie, autonome en krachtige Son, en dat is wederzijds al verafschuwt zij hem in het begin. Tussen hen bloeit liefde op en ze reizen af naar New York en dieper het zuiden van de VS in naar de mensen van Son.
Ondine is diep beledigd als Margaret het kerstdiner zelf wil koken. Alsof dat niets voorstelt! Professioneel wordt ze niet voor vol aangezien. Ondine komt wel in opstand, maar Sydney gedraagt zich onderdanig en wil de lieve vrede niet verstoren. Tenslotte zijn deze mensen allemaal afhankelijk van hun opdrachtgever. Als hij ze wegstuurt hebben ze geen inkomsten meer.
Valerian lijkt de macht te hebben, maar als een intiem geheim van zijn vrouw wordt onthuld valt ook de grond onder zijn voeten vandaan. Er is bij alle personages sympathie en antipathie voor de een en de ander en het beeld dat ze van elkaar en zichzelf hebben wordt onthuld. Iedereen heeft vooroordelen en de verhoudingen tussen zwart en wit, zwart onderling, wit onderling, meester en dienaar, man en vrouw vormen de basis van dit werk.
Morrison zelf zegt in haar essay over deze roman “Het ongemak bij het gevoel van veiligheid is belangrijk omdat veiligheid zelf een verlangen is voor iedere persoon in deze roman. De plek waar je veilig bent bepalen, creëren en verliezen.”
Dit boek (uitgave 2023) is prachtig en uitstekend vertaald, de gevoeligheden en nuances zijn intact gebleven en de humor en het respect is behouden.