Categorieën
literatuur

3Lingnieuws

Dit boek bevat brieven van Felix Oestreicher (Karlsbad 1894 – Tröbitz 1945) uit de periode 1937- 1943. Felix is arts, gepromoveerd in Praag. De eerste brieven worden vanuit Karlsbad geschreven. Als de politieke situatie levensbedreigend wordt vlucht de Joodse familie naar Nederland, het geboorteland van de moeder van het gezin, Gerda Laquer-Oestreicher. Latere brieven kwamen uit Bergen aan Zee, Leiden, Katwijk, Blaricum en Amsterdam. Het zijn brieven vol persoonlijke observaties van zijn drie dochtertjes, Beate, Maria en Helly, geschreven voor de familie met steevast de aanhef ‘Beste allemaal’.


In 1989 vonden de nabestaanden van Felix de verzameling, onder de naam ‘Drillingsberichte’, in de nalatenschap van hun tante. Ze hadden geen idee van het bestaan ervan. Ter gelegenheid van de 60e verjaardag van Beate redigeerde haar zus Maria de brieven en vulde deze aan met foto’s. De selectie uit Drillingsbericht is recentelijk in een Nederlandse vertaling verschenen.

Vlektyfus
In het voorwoord schrijft Helly Oestreicher dat de dochters niet weten waarom hun vader deze brieven over de ontwikkeling, het gedrag, de opmerkingen en groei van zijn kinderen de wereld instuurde. Waren zijn woorden echt alleen voor de familie bedoeld, of had hij er nog andere plannen mee? We zullen het nooit weten, want Felix sterft op 9 juni 1945 in een concentratiekamp aan vlektyfus.
“Zijn laatste dagboekaantekening dateert van dinsdag 22 mei 1945: “Gerda’s oedeem is na 20 mei minder geworden. Echter sinds de 21e zweet ze meer en meer. Er gaan geruchten dat er een Russisch veldhospitaal gebouwd wordt. Dat zou een zegen zijn.”

In de eerste aantekeningen over het gezin was er nog niet veel aan de hand in de wereld. Het schrijven van Oestreicher is zeker aardig, maar niet veel meer dan dat. De meisjes groeien op en ontwikkelen zich zoals kinderen doen. Felix had bijzonder veel oog en aandacht voor zijn dochters en hun karakters en eigenaardigheden. De verschillen en overeenkomsten tussen hen zijn voor hem een object van studie. Wellicht ook omdat zij zo weinig in leeftijd verschillen en het een eenling en een tweeling betreft. Hij geniet van zijn kinderen en kent ze goed.
“Een bijzonder nieuwtje over Beatl: ze kan borduren! […] Maria zit in de vragenfase. Ze komt de kamer binnen en vraagt over elk voorwerp: “Wat is dat?” Helli (zij verandert haar naam later in Helly) is rustiger, maar stille wateren hebben diepe gronden.”

Donker gordijn
In 1929 was Felix op werkbezoek in het farmaceutische laboratorium in Amsterdam dat werd geleid door Ernst Laquer en kwam zo in contact met diens dochter, Gerda. Het stel trouwde in Amsterdam, in 1930, en ging daarna in het ouderlijk huis van Felix in Karlsbad wonen. Daar zijn de drie dochters geboren; eerst Beate, en daarna de tweeling Helly en Maria. Gerda Oestreicher-Laqueur vult de brieven van haar man aan, en dat is voor de lezer een bijna onmisbaar extraatje. Felix richt zijn schrijven vrijwel uitsluitend op het persoonlijke vlak en Gerda vult meer aan over de veranderende omgeving en wereldproblematiek. Pas als de oorlog een feit is meldt Felix daar ook over in zijn berichten.
22 november 1937: “Vanwege vliegafweer heb ik in de kinderkamer de verduistering van de ramen uitgeprobeerd door een donker gordijn voor een van de ramen te hangen. Alle drie wilden ze dat ik het gordijn weghaalde.”
Al bij aanvang van het lezen van dit boek weet de lezer dat deze liefhebbende ouders de oorlog niet gaan overleven, en hun kinderen niet zullen zien opgroeien. Dat feit komt hard binnen als de lezer de ‘onnozele’ familiegelukjes tot zich neemt. Er hangt een verschrikkelijk onheil boven dit gezin. En boven vele gezinnen, in die periode. Ontelbaar veel gezinnen. Dat wetende is het lezen de woorden van de nog onwetende vader aangrijpend.

Gezinsleven
Met tussenpozen heeft Felix gedurende zo’n 7 jaar brieven geschreven. Eerst op zijn typemachine in zijn werkkamer, waarbij de kinderen soms mochten meetypen en later, nadat het gezin naar Nederland was gevlucht, op typemachines die hij leende. Ondanks zijn ongetwijfeld grote zorgen, het gezin is immers Joods, en er dreigt steeds meer gevaar, blijft hij opgewekt en vol verwondering naar de ontwikkeling van de kinderen kijken en nauwgezet beschrijven hoe het met ze gaat. Daar is maar een enkele keer een verwijzing naar de oorlog bij. Als de oorlog uitbreekt in Nederland valt de pen van Felix even stil. Wat zal er in die periode zijn gebeurd? We weten het niet. Op 8 juli 1940 schrijft hij: “Ik ga weer proberen om regelmatiger over de drie meisjes te schrijven. Wat we de afgelopen zes weken hebben meegemaakt, zal ook zonder aantekeningen wel in die kleine koppies blijven hangen en misschien later, in rustiger tijden, een keer samenhangend worden opgeschreven.

Het is meer dan spijtig dat dat niet heeft kunnen gebeuren. 3lingnieuws is een kleinood voor de familie Oestreicher, en een vervulling van het ’testament’ van vader Felix dat eindigt met:

“Ik blijf doorgaan met het schrijven van de kindernieuwsbrieven. Ik hoop dat ze ooit worden gepubliceerd, als aandenken aan ons en de kinderen, dat mensen ze met plezier kunnen leven, dat onze nagedachtenis bewaard blijft zodat we niet voor niets hebben geleefd.”

Voor het eerst gepubliceerd op Bazarow