Dat gebeurt zelden: een film gebaseerd op een door mij gekoesterd literair werk en ik verlaat tevreden de bioscoop. In dit geval sterker nog: diep onder de indruk.
Acteur Reinier Scholten van Aschat
(ja inderdaad: de zoon van..) zet een zo geloofwaardige Alfred neer, dat ik het verhaal van de film van de eerste tot de laatste scene geloofde en het boek niet miste. Ik vond het een schitterend en literair beeldverhaal. Bovendien had ik extra informatie: ik ken Hermans meesterwerk van buiten en weet dus al wat er omgaat in Alfred, ik ken zijn motieven en verleden en neem dat ik het kijken naar de verfilming mee.
De roman van W.F. Hermans verscheen voor het eerst in 1966. Op de achterflap o.a. een citaat uit de Irish Times van Roddy Doyle: ‘Droge taal, natte sokken, het kompas is kwijtgeraakt. Een meesterwerk.’ I fully agree! Deze roman kan ik voor altijd blijven lezen. Het zet de lezer aan het denken, het leert lesjes over het leven, over de dood, over menselijke verhoudingen en de vorming van een individu. Leert je lesjes over jezelf.
In het geval van Nooit meer slapen is het verhaal op zich trouwens ook hoogst boeiend:
Alfred gaat, in de voetsporen van zijn vader, op expeditie naar Noorwegen voor geologisch onderzoek. Hij hoopt zichzelf als wetenschapper op de kaart te hebben gezet als de reis voltooid is. Alles loopt al vanaf het allerbegin anders dan hij had gedacht en gepland, en het verhaal ontvouwt zich tot een medogenloze point of no return.
Nooit meer slapen is een filosofische roman over vergiffenis, geheel in de lijn van Hermans filosofie dat de mens gedoemd is te mislukken. Alfred is dat zonder meer:
Arne geeft mij ook een handdoek. Ik moet mij laten helpen. Als ik het niet doe, veroorzaak ik nog meer oponthoud. Ik kan niet tegen hem op, ik heb geen routine, ik hoor niet thuis in dit land zoals hij. – Het spijt me, mompel ik in het Engel, ik ben erg onhandig, ik ben altijd erg onhandig geweest. Ik probeer mij goed te houden, maar het lukt niet altijd. Het spijt me.’
Slapen, of liever gezegd niet slapen, is een prachtig leidmotif in deze roman. Alfred doet geen oog dicht door de muggen, in tegenstelling tot zijn Noorse metgezel Arne, die de slaap vat zodra de tent staat en hij erin is gaan liggen. Het allermooiste is natuurlijk de titel, een prachtig synoniem voor de dood, niet: ‘slapen’, nee: nooit meer slapen!
‘Zijn mond is op een vreemde manier gesloten, de slechte tanden van zijn bovenkaak rusten op zijn onderlip, of hij op het allerlaatste ogenblik nog pijn heeft moeten verbijten. Verder is zijn gezicht precies zoals ik het gezien heb in zijn slaap: onbegrijpelijk oud en moe, gerimpeld als de schors van een eik. Maar dit is geen slapen. Dit is nooit meer slapen.”
https://youtu.be/TYmvh48G4ko
Hermans op you tube, hoor de meester praten!