Bekentenissen van Zeno (1923) is de meest bekende roman van de Italiaanse auteur Italo Svevo (1861-1928). Een klassiek werk dat we niet gekend zouden hebben als hij en James Joyce elkaar niet hadden ontmoet in Triest in 1907. De bekende Ierse auteur prees het werk van Svevo, dat tot dusver niet goed was ontvangen (Bekentenissen van Zeno is zijn derde roman). Op zijn beurt lijkt Italo Svevo (pseudoniem van zakenman Ettore Schmitz, van joodse komaf, Duitse vader, Italiaanse moeder) model te hebben gestaan voor Leopold Bloom, de hoofdpersoon uit Ulysses. La Coscienza dit Zeno is in 1923 in eigen beheer door Svevo uitgegeven. Het is een vermakelijke pschologische roman over de over zichzelf vertellende Zeno Cosini. De figuur van Cosini lijkt te zijn gestoeld op Ettore Schmitz zelf. Zo was hij net als Zeno een verstokte roker. In 1928 komt Schmitz ten gevolge van een auto-ongeluk in het ziekenhuis terecht. Volgens de overlevering heeft hij in het ziekenhuis gesmeekt om een sigaret, waarvan hij zwoor dat het zijn laatste zou zijn. Hij overleefde het ongeval niet, en de sigaret werd hem geweigerd. Hoofstuk 1 van Bekentenissen van Zeno is geheel gewijd aan Zeno’s rookverslaving, zijn geworstel ermee en zijn (lachwekkende) pogingen ervan af te komen. Met een fijne ironische stem beschreven, zoals ook de andere hoofdstukken.
Het boek bestaat uit 6 hoofdstukken, voorafgegaan door het Voorwoord (de stem van de psychiater die de aantekeningen uit wraak publiceert) en de Inleiding (de verantwoording van Zeno over het schrijven van zijn memoires, in opdracht van zijn psychiater). Dit verhaal speelt in de tijd van psychiater Sigmund Freud.
- Het roken
- De dood van mijn vader
- Hoe mijn huwelijk totstandkwam
- De echtgenote en de maitresse
- Een compagnonschap
- Psychoanalyse
In Nederland verscheen de roman voor het eerst in 1964 en op mijn leestafel pas vorige maand, januari 2021. Een krappe eeuw later dus. Zo zie je maar weer: literatuur blijft leesbaar: in een op alle fronten veranderde wereld blijven de literaire thema’s en de karakterontwikkeling van personages overeind. Die zijn van alle tijden.

De inleiding wordt vooraf gegaan door het voorwoord van de psychiater van Zeno, Dokter S.
Ik moet mij verontschuldigen voor het feit dat ik mijn patiënt heb overgehaald zijn autobiografie te schrijven: zij die zich met psychoanalyse bezighouden zullen hun neus ophalen voor zo’n nieuwigheid. (….) En ik geloof nog steeds dat dit een goed idee van me was, aangezien het me onverwachte resultaten heeft opgeleverd, die nog beter zouden zijn geweest als de patiënt zich niet op het kritieke moment aan de behandeling had onttrokken en mij zodoende van de vruchten van mijn minitieuze en geduldige analyse van deze herinneringen had beroofd.
De psychiater is niet de enige die wordt beetgenomen in deze roman. Zeno is een charlatan, een leugenaar, een acteur, een hypochonder en een charmeur. Maar hij is vriendelijk, vaak onschuldig en meestal zonder kwade bedoelingen! Zijn (wan)daden, gedachten en plannen worden ons door hemzelf verteld. Het ontbreekt Zeno aan zelfreflectie maar niet aan begrip voor hemzelf, en ook de lezer zal mild over hem oordelen. Juist omdat hij zo enorm probeert het goede te doen. Maar hij heeft geen sterk karakter. Nog maar even over dat stoppen met roken:
Ik dacht: ‘Omdat het slecht voor me is zal ik nooit meer roken, maar eerst wil ik het nog een keer voor het laatst doen.’ Ik stak een sigaret op en voelde me op slag bevrijd van mijn onrust(…)
Op het laatst was elke dag van mijn bestaan gevuld met sigaretten en met voornemens om niet meer te roken en, om maar meteen alles te bekennen, af en toe is het nu nog zo. De rondedans van laatste sigaretten, die op mijn twintigste jaar is begonnen, is nog steeds aan de gang. (…) Ik kan zelfs zeggen dat ik sinds enige tijd talloze sigaretten rook … die niet de laatste zijn.
Al aan het begin van dit hoofdstuk is duidelijk dat het de arme Zeno niet zal lukken te stoppen met roken.
Zijn verhalen zijn eerlijk, worden geschetst vanuit zijn eigen perspectief (zo is het gegaan!) en eerder onnozel dan kritisch beschouwd. Zeno geeft overal een draai aan om zichzelf in een gunstig daglicht te kunnen zien, maar hij ontroert ook. Als zijn vader ziek wordt huilt Zeno om hem, maar ook om zichzelf. Hij heeft spijt van handelen en woorden tegenover zijn vader, hij voelt schuld. Zeno is een mens van vlees en bloed, met bravoure, maar kwetsbaar. Hij zet zichzelf altijd op de eerste plaats, zijn eigen verdriet of pijn is het grootst. Hij kan niet met emoties omgaan, kent geen empathie en is in feite een grote slappeling. Maar zijn worstelingen maken hem aandoenlijk en sympathiek. Het leven, het is een hele toer voor Zeno. En het wordt er niet makkelijker op als hij de liefde zoekt….
De door hem bewonderde zakenman Giovanni Malfenti blijkt vier huwbare dochters te hebben. Ada, Augusta, Alberta en Anna. Zelfingenomen als Zeno is, is hij ervan overtuigd dat hij een goede partij voor de dames is en dat ze hem maar wat graag als echtgenoot zouden moeten willen. Maar is dat zo?
Ik had maar een doel: gezondheid te vinden in een eerbaar bestaan. Weliswaar was die beginletter A op vier meisjes van toepassing, maar drie van haar zouden al direct afvallen, en wat die vierde betreft, ook die zou een streng examen ondergaan. Ik zou lang niet mals zijn in mijn oordeel. Maar intussen wist ik niet eens te zeggen welke eigenschappen ik dan wel van haar eiste en welke ik bij voorbaat afkeurde.
Ze mogen hun handjes dichtknijpen met hem, aldus Zeno in het begin. Maar ook dit gaat weer niet zoals hij het wil en had bedacht. Hij wordt op slag verliefd op juist die ene dochter die helemaal niets in hem ziet. De lezer heeft dat eerder door dan Zeno zelf, die haar tegen de klippen op het hof probeert te maken. Zijn ijdelheid zorgt ervoor dat hij niet helder kan zien dat zijn gevoelens niet worden gedeeld door A. Zielig voor Zeno. Met zichzelf heeft hij vaak medelijden, maar over een ander heeft hij zijn oordeel snel klaar, vaak onbarmhartig en hard maar ontzettend grappig.
Ziezo, van de vier meisjes met dezelfde voorletter was er voor mij al een uitgeschakeld. Hoe had iemand haar in vredesnaam mooi kunnen noemen? Het eerste wat bij haar opviel was haar scheelheid, zo sterk dat als men aan haar dacht na haar een tijdlang niet te hebben gezien, deze afwijking haar hele persoonlijkheid scheen uit te maken. Verder had ze vrij dun haar, blond, maar van een grauwe, glansloze kleur, en haar figuur was niet slecht maar een beetje plomp voor haar leeftijd (..) ‘Als de andere drie op deze lijken!….’
Arme Augusta. Het laat zich misschien al raden met wie van de vier dames onze held zijn leven gaat delen.
De oorspronkelijke titel van dit werk is La Coscienza di Zeno (conscience, bewustzijn, geweten). Waarom dit niet overeind is gebleven in de vertaling van de titel in het Nederlands is mij een raadsel. Want dat woord omvat in mijn ogen nou juist en precies alles wat het boek inhoudt.