Holden Caulfield is de protagonist en verteller in de wereldberoemde klassieke roman The Catcher in the Rye (1951) ( J.D. Salinger 1919-2010). Vlak na de herlezing van dat werk las ik de roman Engleby (2007) van Sebastian Faulks (1953). Boeken die je naar de strot grijpen en niet meer loslaten.
Eerst maar eens naar Holden Caulfield, de bekendste van de twee. Generaties zijn met hem opgegroeid. Ik las zijn stem (Holden is de verteller) op de middelbare school als verplicht nummer, op de literatuur opleiding uit interesse en recentelijk opnieuw, zowel in het Engels als in het Nederlands, uit nieuwsgierigheid. Hoe klinkt Holden in mijn moedertaal? Zijn stem, taalgebruik, accent en woordkeuze zijn wonderlijk goed gevat in de vertaling van Johan Hos uit 2012 (De Bezig Bij).
That annoyed me, for some reason’ Oh Christ. Don’t spoil it,’ I said. ‘I’m twelve, for Chrissake. I’m big for my age.’ ‘Listen. I toleja about that. I don’t like that type language,’ she said. ‘If you’re gonna use that type language, I can go sit down with my girl friends, you know.’ I apologized like a madman, because the band was starting a fast one. She started jitterbugging with me – but just very nice and easy, not corny. She was really good. All you had to do was touch her. And when she turned around, her pretty little butt twitched so nice and all. She knocked me out. I mean it. (…) Girls. Jesus Christ. They can drive you crazy. They really can.
Dat vond ik vervelend, om de een of andere reden. ‘O, jezus. Verpest het nou niet,’ zei ik. ‘Ik ben twaalf, nou goed? Ik ben groot voor mijn leeftijd.’ ‘Luister ‘s. Ik zeg net dat ik niet van dat soort taal hou,’ zei ze. ‘Als je per se dat soort taal moet uitslaan zit ik zo weer bij mijn vriendinnen.’ Ik bood als een gek mijn verontschuldigingen aan, want de band zette een snel nummer in. Ze begon met me te jitterbuggen – maar gewoon lekker los, niet overdreven. Ze was echt goed. Je hoefde haar alleen maar aan te raken. En als ze draaide ging haar mooie kontje zo lekker heen en wer. Ik vond haar het einde. Serieus (…) Meisjes. Jezus Christus. Je kan er horendol van worden. Maar echt.
En wie is eigenlijk die vanger in het koren? Het verhaal speelt zich niet af op een boerderij middenin de korenvelden zoals ik oorspronkelijk aannam, maar juist heel erg in de stad (New York). In een conversatie met Phoebe, Holdens kleine zusje, tevens zijn lifeline, wordt de titel uitgelegd.
‘You know that song ‘if a body catch a body comin’ through the rye’? I’d like – ‘ ‘It’s ‘If a body meets a body coming through te rye’! old Phoebe said. ‘It’s a poem. By Robert Burns.’ ‘I know it’s a poem by Robert Burns.’ (…) ‘Anyway, I keep picturing all these little kids playing some game in this big field of rye and all. Thousands of little kids, and nobody’s around – nobody big, I mean – except me. And I’m standing on the edge of some crazy cliff. What I have to doe, I have to catch everybody if they start to go over the cliff – I mean if they’re running and they don’t look where they’re going I have to come out from somewhere and catch them. That’s all I’d do all day. I’d just be the catcher in the rye and all. I know it’s crazy, but that’s the only thing I’d really like to be. ‘
Holden kan op geen school aarden. Zijn verhaal wordt verteld alsof hij tegenover je zit en alleen jou in vertrouwen neemt. Holden Caulfield heeft persoonlijk verdriet dat hij moet verwerken, maar hij lijkt er eenzaam mee. Hij probeert wel aansluiting te zoeken, of antwoorden te krijgen van volwassenen in zijn omgeving, maar het gaat steeds mis. Het is invoelbaar, en ook duidelijk dat het langzaamaan bergafwaarts gaat. Als lezer hou je je hart vast. Het personage is je dierbaar geworden, het mag niet misgaan.
Datzelfde gevoel roept Engleby (2007) van Sebastian Faulks (1953) op. Faulks riep eenzelfde soort antiheld in leven. Ook Engleby hoor je praten en deelt zijn gedachten als verteller van zijn historie. Het is duidelijk dat hij zeer intelligent is en op alle fronten uit de toon valt op de Engelse posh kostschool waar hij een beurs voor heeft gekregen en vanaf het begin geen aansluiting vindt. Hij kent de gedragsregels niet, komt uit een ander milieu dan de rest en is niet bekend met het jargon. Hij wordt nergens ingewijd, maar apart gezet en vernederd.
By the end of the day there was no one in Collingham who didn’t refer to me as ‘Toilet’. Toilet Engleby, that was my name. (…) ‘Come here when I call you, Toilet. Don’t you know your own name?’ They took me to the Dump and held my head in the bowl, then flushed it. ‘What’s your name?’ ‘Engleby.’ They went on and on until finally when I came spluttering up, I answered, ‘Toilet.’ I thought that would satisfy them, but they seemed dissappointed when they let me go.
Mike Engleby drinkt en slikt pillen, vlucht in verdoving, alleen met zijn malende gedachten over tijd en helaal, leven en dood. Hij probeert het recente overlijden van zijn vader te bevatten. Troost is er niet. Zijn moeder stuurt koekjes en briefjes maar heeft geen idee van zijn lijden (wie heeft dat wel als ouder van zijn puberkind). Mike raakt gefascineerd door Jennifer, een meisje van school, en is zoveel hij kan in haar buurt. Hij waant zich belangrijk voor haar, maar de lezer voelt dat de liefde niet wordt beantwoord en dat Jennifer hem, net als de meeste anderen, niet echt ziet staan. Op een dag verdwijnt Jennifer. Dan is het de vraag in hoeverre, en of, Mike betrokken is. Zijn gedachten over de dood malen maar door.
It’s pretty simple stuff, death. Say what you like about death, there’s nothing fancy about it. (…). There was that poem by Catullus we had to translate for the scholarship to Chatfield. Soles occidere et redire possunt. The sun can set and rise again. But for us, once the short light is snuffed out, there is just one long night to be slept through. (…)
… since the lux, the light, of our living is so brevis, short, compared to the perpetua, everlasting, nox, night, that is dormienda, to be slept through, then it’s pointless to worry ourselves about what we do in it. What is a moment in eternity? Of no account. Of no account at all.
En
Time makes us pointless. If time is as we envisage it, our lives are not worth living. Time is probably not as we envisage it – sequential. But since we are incapable of viewing it in any other way, it might as well be. If the colour green is truly red but to every living creature it is experienced as green, then green it might as well be. And if the natural selection of mutations made by random errors in cell division had given us a conscious mind that cannot understand – no, cannot conceive – one of the dimensions it inhabits, we might as well be dead. I hope for reincarnation when we and our conscious mind have evolved a little more, say ten million years from now. I do believe in reincarnation for the simple reason that I’m certain that I personally have lived before – and within the last century, which is worrying. I don’t want to come back that soon. Christ.
De worsteling van Mike Engleby met zijn identiteit wordt o.a. geillustreerd door zijn bijnamen. Als hij een baan bemachtigt als journalist, moet zijn identiteit vrouwelijk zijn en hij noemt zich Michele Wants. Hij heette al Michael, Mike, Toilet dus, Irish Mike, Groucho en Prufrock. Meer en meer intrigeert het: wie IS hij eigenlijk. De tekortkomingen van het menselijke brein blijven hem maar intrigeren: ‘We’re deaf men working as musicians; we play the music but we can’t hear it.’
Zowel Mike Engleby als Holden Caulfield staan buiten de groep, buiten de maatschappij en moeten hun emotionele klappen in hun eentje verwerken. Gevangen in hun eigen gedachten en niet in staat die ban te doorbreken vinden ze geen aansluiting bij de anderen en zijn daardoor veroordeeld tot een grenzeloze en angstaanjagende eenzaamheid. Beide boeken zijn pageturners, geschreven naar de climax, tot op het laatst intrigerend.
Salinger publiceerde The Catcher in the Rye in de jaren 50 van de vorige eeuw en Faulks’ roman stamt uit 2007, er verandert niets en dit soort geschiedenissen zullen altijd deel uitmaken van het menselijk leven, het menselijk lijden. De (kost)scholen als broedplaats van traumatische treiterijen, het onbegrip en onvermogen van ouders om hun kind te horen, het tekortschieten van volwassenen in de omgeving van kwetsbare jongeren die ze wegsturen of niet willen zien. Het is van alle tijden. Maar de inzichten door boeken als deze kunnen soms misschien het verschil maken.
Uit The Cather in the Rye:
Anyway, I’m sort of glad they’ve got the atomic bomb invented. If there’s ever another war. I’m going to sit right the hell on top of it. I’ll volunteer for it. I swear to God I will.
Uit Engleby:
”Man, because he is a man, because he possesses consciousness, is already, in comparison to the jackass or the crab, a sick animal. Consciousness is a disease.’ (Miquel de Unamumo)
Meer over Jerome David Salinger (1919 – 2010) https://www.absolutefacts.nl/biografie/data/salinger-jd.htm
Alles over Sebastian Faulks (1953) About Sebastian | The official website of the award-winning and best-selling novelist Sebastian Faulks: Sebastian Faulks