Categorieën
literatuur

Caulfield & Engleby

Holden Caulfield is de protagonist en verteller in de wereldberoemde klassieke roman The Catcher in the Rye (1951) ( J.D. Salinger 1919-2010). Vlak na de herlezing van dat werk las ik de roman Engleby (2007) van Sebastian Faulks (1953). Boeken die je naar de strot grijpen en niet meer loslaten.

Eerst maar eens naar Holden Caulfield, de bekendste van de twee. Generaties zijn met hem opgegroeid. Ik las zijn stem (Holden is de verteller) op de middelbare school als verplicht nummer, op de literatuur opleiding uit interesse en recentelijk opnieuw, zowel in het Engels als in het Nederlands, uit nieuwsgierigheid. Hoe klinkt Holden in mijn moedertaal? Zijn stem, taalgebruik, accent en woordkeuze zijn wonderlijk goed gevat in de vertaling van Johan Hos uit 2012 (De Bezig Bij).

That annoyed me, for some reason’ Oh Christ. Don’t spoil it,’ I said. ‘I’m twelve, for Chrissake. I’m big for my age.’ ‘Listen. I toleja about that. I don’t like that type language,’ she said. ‘If you’re gonna use that type language, I can go sit down with my girl friends, you know.’ I apologized like a madman, because the band was starting a fast one. She started jitterbugging with me – but just very nice and easy, not corny. She was really good. All you had to do was touch her. And when she turned around, her pretty little butt twitched so nice and all. She knocked me out. I mean it. (…) Girls. Jesus Christ. They can drive you crazy. They really can.

Dat vond ik vervelend, om de een of andere reden. ‘O, jezus. Verpest het nou niet,’ zei ik. ‘Ik ben twaalf, nou goed? Ik ben groot voor mijn leeftijd.’ ‘Luister ‘s. Ik zeg net dat ik niet van dat soort taal hou,’ zei ze. ‘Als je per se dat soort taal moet uitslaan zit ik zo weer bij mijn vriendinnen.’ Ik bood als een gek mijn verontschuldigingen aan, want de band zette een snel nummer in. Ze begon met me te jitterbuggen – maar gewoon lekker los, niet overdreven. Ze was echt goed. Je hoefde haar alleen maar aan te raken. En als ze draaide ging haar mooie kontje zo lekker heen en wer. Ik vond haar het einde. Serieus (…) Meisjes. Jezus Christus. Je kan er horendol van worden. Maar echt.

En wie is eigenlijk die vanger in het koren? Het verhaal speelt zich niet af op een boerderij middenin de korenvelden zoals ik oorspronkelijk aannam, maar juist heel erg in de stad (New York). In een conversatie met Phoebe, Holdens kleine zusje, tevens zijn lifeline, wordt de titel uitgelegd.

‘You know that song ‘if a body catch a body comin’ through the rye’? I’d like – ‘ ‘It’s ‘If a body meets a body coming through te rye’! old Phoebe said. ‘It’s a poem. By Robert Burns.’ ‘I know it’s a poem by Robert Burns.’ (…) ‘Anyway, I keep picturing all these little kids playing some game in this big field of rye and all. Thousands of little kids, and nobody’s around – nobody big, I mean – except me. And I’m standing on the edge of some crazy cliff. What I have to doe, I have to catch everybody if they start to go over the cliff – I mean if they’re running and they don’t look where they’re going I have to come out from somewhere and catch them. That’s all I’d do all day. I’d just be the catcher in the rye and all. I know it’s crazy, but that’s the only thing I’d really like to be. ‘

Holden kan op geen school aarden. Zijn verhaal wordt verteld alsof hij tegenover je zit en alleen jou in vertrouwen neemt. Holden Caulfield heeft persoonlijk verdriet dat hij moet verwerken, maar hij lijkt er eenzaam mee. Hij probeert wel aansluiting te zoeken, of antwoorden te krijgen van volwassenen in zijn omgeving, maar het gaat steeds mis. Het is invoelbaar, en ook duidelijk dat het langzaamaan bergafwaarts gaat. Als lezer hou je je hart vast. Het personage is je dierbaar geworden, het mag niet misgaan.

Datzelfde gevoel roept Engleby (2007) van Sebastian Faulks (1953) op. Faulks riep eenzelfde soort antiheld in leven. Ook Engleby hoor je praten en deelt zijn gedachten als verteller van zijn historie. Het is duidelijk dat hij zeer intelligent is en op alle fronten uit de toon valt op de Engelse posh kostschool waar hij een beurs voor heeft gekregen en vanaf het begin geen aansluiting vindt. Hij kent de gedragsregels niet, komt uit een ander milieu dan de rest en is niet bekend met het jargon. Hij wordt nergens ingewijd, maar apart gezet en vernederd.

By the end of the day there was no one in Collingham who didn’t refer to me as ‘Toilet’. Toilet Engleby, that was my name. (…) ‘Come here when I call you, Toilet. Don’t you know your own name?’ They took me to the Dump and held my head in the bowl, then flushed it. ‘What’s your name?’ ‘Engleby.’ They went on and on until finally when I came spluttering up, I answered, ‘Toilet.’ I thought that would satisfy them, but they seemed dissappointed when they let me go.

Mike Engleby drinkt en slikt pillen, vlucht in verdoving, alleen met zijn malende gedachten over tijd en helaal, leven en dood. Hij probeert het recente overlijden van zijn vader te bevatten. Troost is er niet. Zijn moeder stuurt koekjes en briefjes maar heeft geen idee van zijn lijden (wie heeft dat wel als ouder van zijn puberkind). Mike raakt gefascineerd door Jennifer, een meisje van school, en is zoveel hij kan in haar buurt. Hij waant zich belangrijk voor haar, maar de lezer voelt dat de liefde niet wordt beantwoord en dat Jennifer hem, net als de meeste anderen, niet echt ziet staan. Op een dag verdwijnt Jennifer. Dan is het de vraag in hoeverre, en of, Mike betrokken is. Zijn gedachten over de dood malen maar door.

It’s pretty simple stuff, death. Say what you like about death, there’s nothing fancy about it. (…). There was that poem by Catullus we had to translate for the scholarship to Chatfield. Soles occidere et redire possunt. The sun can set and rise again. But for us, once the short light is snuffed out, there is just one long night to be slept through. (…)

… since the lux, the light, of our living is so brevis, short, compared to the perpetua, everlasting, nox, night, that is dormienda, to be slept through, then it’s pointless to worry ourselves about what we do in it. What is a moment in eternity? Of no account. Of no account at all.

En

Time makes us pointless. If time is as we envisage it, our lives are not worth living. Time is probably not as we envisage it – sequential. But since we are incapable of viewing it in any other way, it might as well be. If the colour green is truly red but to every living creature it is experienced as green, then green it might as well be. And if the natural selection of mutations made by random errors in cell division had given us a conscious mind that cannot understand – no, cannot conceive – one of the dimensions it inhabits, we might as well be dead. I hope for reincarnation when we and our conscious mind have evolved a little more, say ten million years from now. I do believe in reincarnation for the simple reason that I’m certain that I personally have lived before – and within the last century, which is worrying. I don’t want to come back that soon. Christ.

De worsteling van Mike Engleby met zijn identiteit wordt o.a. geillustreerd door zijn bijnamen. Als hij een baan bemachtigt als journalist, moet zijn identiteit vrouwelijk zijn en hij noemt zich Michele Wants. Hij heette al Michael, Mike, Toilet dus, Irish Mike, Groucho en Prufrock. Meer en meer intrigeert het: wie IS hij eigenlijk. De tekortkomingen van het menselijke brein blijven hem maar intrigeren: ‘We’re deaf men working as musicians; we play the music but we can’t hear it.’

Zowel Mike Engleby als Holden Caulfield staan buiten de groep, buiten de maatschappij en moeten hun emotionele klappen in hun eentje verwerken. Gevangen in hun eigen gedachten en niet in staat die ban te doorbreken vinden ze geen aansluiting bij de anderen en zijn daardoor veroordeeld tot een grenzeloze en angstaanjagende eenzaamheid. Beide boeken zijn pageturners, geschreven naar de climax, tot op het laatst intrigerend.

Salinger publiceerde The Catcher in the Rye in de jaren 50 van de vorige eeuw en Faulks’ roman stamt uit 2007, er verandert niets en dit soort geschiedenissen zullen altijd deel uitmaken van het menselijk leven, het menselijk lijden. De (kost)scholen als broedplaats van traumatische treiterijen, het onbegrip en onvermogen van ouders om hun kind te horen, het tekortschieten van volwassenen in de omgeving van kwetsbare jongeren die ze wegsturen of niet willen zien. Het is van alle tijden. Maar de inzichten door boeken als deze kunnen soms misschien het verschil maken.

Uit The Cather in the Rye:

Anyway, I’m sort of glad they’ve got the atomic bomb invented. If there’s ever another war. I’m going to sit right the hell on top of it. I’ll volunteer for it. I swear to God I will.

Uit Engleby:

”Man, because he is a man, because he possesses consciousness, is already, in comparison to the jackass or the crab, a sick animal. Consciousness is a disease.’ (Miquel de Unamumo)

Meer over Jerome David Salinger (1919 – 2010) https://www.absolutefacts.nl/biografie/data/salinger-jd.htm

Alles over Sebastian Faulks (1953) About Sebastian | The official website of the award-winning and best-selling novelist Sebastian Faulks: Sebastian Faulks

Categorieën
literatuur

Lijden onder liefde

lijden en liefde

afstand in oorlogstijd

novelle

amper 80 pagina’s

onvergetelijk indrukwekkend:

Een parel van een novelle, nagelaten door de Oostenrijkse auteur Stefan Zweig (1881-1942). Tijdens zijn leven werd slechts een fragment van dit verhaal, getiteld Die Reise der Vergangenheit, gepubliceerd (1929). Pas na 1960 werd het volledige werk ontdekt en de eerste druk verscheen in 1987 met als titel Widerstand der Wirklichkeit.

Een hartstocht overkomt de jonge Ludwig, en hij worstelt ermee want zijn liefde is van de verboden soort. Hij ondergaat haar, niet fantaserend over een toekomst, of zelfs maar hopend op een affaire, maar genietend van het geluk van de nabijheid van de vrouw voor wie hij vanaf het eerste moment ‘een fanatieke, ongeremd, onvoorwaardelijk harstochtelijke liefde‘ voelt. Aan dat heimelijke geluk en zijn tevredenheid ermee komt een eind als Ludwig voor twee jaar naar Mexico wordt gestuurd voor zaken. Pas als hij dat haar vertelt ontdekt hij het nooit voor mogelijk gehouden wonder: de gevoelens waren en zijn wederzijds. Zelden werd een hartstocht zo zinnelijk beschreven als hier door Zweig:

Niet hij had haar tegen zich aangetrokken en niet zij hem, ze waren op elkaar afgevlogen, als door een storm tegen elkaar aan geklapt, ze stortten met elkaar, in elkaar, in een bodemloze put, en daarin onbewust wegzinken veroorzaakte een zoet en tegelijkertijd brandend gevoel van onmacht – ontstoken door een magneet van het toeval ontlaadde zich een te lang opgekropt gevoel in één enkele seconde.

De geliefden scheiden, voor de beloofde periode van twee jaar die hij, al is het een kwelling, vastberaden doorkomt, aftellend en vooruit rekenend naar het einde van de lijdensweg die de afstand behelst. Maar dan begint de Eerste Wereldoorlog in Europa en daardoor verandert alles. En hoe sterk een liefde ook: zij moet onderhouden worden om niet verloren te gaan.

Het ligt niet in de menselijke aard alleen op herinneringen te teren, en zoals planten en welk schepsel dan ook voedsel uit de aarde en steeds nieuw gefilterd licht uit de hemel nodig hebben, zodat hun kleuren niet verbleken en de bloemkelken niet verwelkt hun bladeren verliezen, zo hebben ook dromen, ook dromen die schijnbaar niet van deze aarde zijn, voedsel nodig van het zinnelijke, ondersteund door tederheid en beelden, anders stolt hun bloed en de intensiteit van hun licht verbleekt.

Hoe het verder gaat laat ik graag aan de lezer zelf om te ontdekken.

Stefan Zweig werd geboren in Wenen, was joods, pacifist, humanist en schrijver. In 1942 pleegde hij zelfmoord, samen met zijn tweede vrouw.

Categorieën
literatuur

Olga begrijpen

Was De laatste verhalen het eerste boek geweest van de Poolse auteur Olga Tokarczuk dat ik in handen had gekregen, dan had ik het halverwege terzijde gelegd en de rest van haar oeuvre laten zitten. Ik begreep er namelijk maar weinig van. Wie is wie en wat gebeurt er nu eigenlijk? Beschrijft het een droom? Hoezo is er verband tussen deze personages en als dat verband er is, waarom zie ik het dan niet?

Maar De laatste verhalen was het tweede boek dat ik van haar las en tegen die tijd lag ik allang aan haar voeten van bewondering, want ik las eerst haar grootse roman Jaag je ploeg over de botten van de doden. En toen de rest…

Categorieën
literatuur

Zeno van Svevo

Bekentenissen van Zeno (1923) is de meest bekende roman van de Italiaanse auteur Italo Svevo (1861-1928). Een klassiek werk dat we niet gekend zouden hebben als hij en James Joyce elkaar niet hadden ontmoet in Triest in 1907. De bekende Ierse auteur prees het werk van Svevo, dat tot dusver niet goed was ontvangen (Bekentenissen van Zeno is zijn derde roman). Op zijn beurt lijkt Italo Svevo (pseudoniem van zakenman Ettore Schmitz, van joodse komaf, Duitse vader, Italiaanse moeder) model te hebben gestaan voor Leopold Bloom, de hoofdpersoon uit Ulysses. La Coscienza dit Zeno is in 1923 in eigen beheer door Svevo uitgegeven. Het is een vermakelijke pschologische roman over de over zichzelf vertellende Zeno Cosini. De figuur van Cosini lijkt te zijn gestoeld op Ettore Schmitz zelf. Zo was hij net als Zeno een verstokte roker. In 1928 komt Schmitz ten gevolge van een auto-ongeluk in het ziekenhuis terecht. Volgens de overlevering heeft hij in het ziekenhuis gesmeekt om een sigaret, waarvan hij zwoor dat het zijn laatste zou zijn. Hij overleefde het ongeval niet, en de sigaret werd hem geweigerd. Hoofstuk 1 van Bekentenissen van Zeno is geheel gewijd aan Zeno’s rookverslaving, zijn geworstel ermee en zijn (lachwekkende) pogingen ervan af te komen. Met een fijne ironische stem beschreven, zoals ook de andere hoofdstukken.

Categorieën
literatuur

Terug naar Johannes

De Kleine Johannes… Ik veronderstel alle literatuurbelangstellenden bekend met deze titel, alleen de naam zal al voldoende zijn. Als student Nederlands moest me er destijds doorheen worstelen. De Kleine Johannes las ik als een sprookje. Maar dit bekende werk van Frederik van Eeden (1860-1932) is meer dan dat. Bijna veertig jaar na de eerste keer herlas ik het onlangs, met andere ogen.

Categorieën
literatuur

Wreedheid met humor

Chinese literatuur is een aparte afdeling voor de Literatuurder. Afgrijzen gaat hand in hand met hardop lachen. Voor mij was dat nieuw. Eerst dat lachen maar: alleen al de namen van de personages zijn memorabel, hier en daar dolkomisch, in ieder geval altijd tekenend en overtuigend, hard en treffend. Kaalkop Li, Tong de Smid, Zhang de Kleermaker, Yu de Tandentrekker, vader en zoon Guan de Schaar, IJslolly Wang, Triomf Zhao en Succes Liu, Dichter Zhao en Schrijver Li. Dat zijn wat willekeurige namen, dorpsgenoten die steevast genoemd worden naar het beroep dat ze uitoefenen of naar in het oog lopende of bij intimi bekend veronderstelde kenmerken, vaak uiterlijkheden. Deze namen komen uit het heerlijk omvangrijke Broers (bijna 900 p) van de Chinese auteur Yu Hua (1960). Door mij in eerste instantie gekocht zonder enige voorkennis, na een blik op de omslag. Geniet maar even mee:

Yu Hua wordt vergeleken met grote namen als James Joyce, Gunter Grass en Nadine Gordimer. Mag van mij, maar ik vind Chinese literatuur wel een aparte categorie.

Categorieën
literatuur

Het leven met Herzog

Wat hou ik van het werk van Saul Bellow (1915-2005). Van alles wat ik tot nu toe van deze auteur las (niet alles staat op de foto) is de roman over Mozes Herzog (uit 1964) mijn favoriet. Dat is ook wel te zien aan de verfrommelde staat van mijn pocketexemplaar, beduimeld, vol ezelsoren en aantekeningen. ‘A well-nigh faultless novel’ jubelt de New Yorker op de achterflap. In de meeste boeken van Bellow is de hoofdpersoon een Joodse man van middelbare leeftijd. Mozes Herzog is dat ook.

Is he crazy? Or a genius?

Krankzinnig of geniaal? Herzog is een professor van 46 jaar in een midlife crisis. Hij schrijft brieven. In zijn hoofd en op papier. Aan zijn vrouw, maar ook aan zijn arts of wie dan ook uit zijn omgeving. De brieven worden nooit verstuurd. Door de tekst van de brieven (o.a) krijgt de lezer inzicht in Herzogs worstelingen, en wordt hij al gauw een dierbare, want menselijke, romanheld. Herkenbare emoties, twijfels, zorgen, onzekerheden en angsten onder woorden gebracht. De woorden die Herzog verborgen houdt voor de mensen om hem heen zijn bij de lezer wel bekend. Dat geeft een samenzweerderig gevoel. Je begrijpt hem. Zo sta je als lezer eigenlijk altijd aan de kant van Herzog: je beschouwt vanuit zijn perspectief.

Categorieën
literatuur

Isaac Bashevis Singer

Van het grote oeuvre https://www.bashevissinger.com/books van de meesterlijke Isaac Bashevis Singer (1904-1991) heb ik maar enkele werken gelezen (w.o. het trio op de foto) maar ik hou me aanbevolen. Als je een auteur als Singer hebt gelezen valt wat je daarna ook oppakt als leesvoer meteen tegen. Zijn verhalen zijn rijk. Rijk aan humor, rijk aan empathie, getuigend van een onwaarschijnlijke fantasie en nergens het realisme schuwend. Zijn hoofdpersonen zijn zonderling en de verhalen die ze te vertellen hebben, de avonturen die ze hebben beleefd, de dromen en gedachten die ze hebben, zijn anders dan alles dat ik ken.

Kaddiesj ben Mazliach was geboren in het Heilige Land als zoon van een polygame Sefardische jood en diens jonge doofstomme vrouw, een tot het jodendom bekeerde Tartaarse, en hij had over de hele wereld gezwarven met zijn cameeen en toverspreuken

( uit De jood uit Babylon)

Dit verhaal uit de bundel De dood van Methusalem kun je echt niet meer wegleggen. Een vreemde wereld schetst Singer, een ongekende wereld. Met veel empathie voor de mens, het menszijn, het lijden, het niet mee kunnen komen in de wereld, de wereld die boosaardig is voor velen die lijden onder gewelddadige regiems van onderdrukking en onmenselijkheid. Als geen ander brengt Singer de gevolgen van de holocaust voor het overlevende individu in beeld. Wat is overleven, als je zoiets hebt meegemaakt. Dat is voor mensen als ik niet te vatten.

De hoofdpersonen in Vijanden (ondertitel: een liefdesroman) hebben de holocaust overleefd en worstelen zich door het leven dat daarna nog mogelijk is. Herman Broder is getrouwd met de boerin die hem jarenlang van een onderduikadres voorzag. Schuilen is een tweede natuur geworden, alsof het gevaar nog loert. Het is aangrijpend.

De nazi’s waren weer aan de macht en hadden New York bezet. Herman hield zich schuil in zijn eigen badkamer. Jadwiga had de deur laten dichtmetselen en schilderen zodat hij niet te onderscheiden viel van de rest van de muur. ‘Eens kijken waar ik zou kunnen zitten. De wc-pot is wel geschikt. Ik zou in de badkuip kunnen slapen. Nee, die is te klein.’ Herman bekeek de tegelvloer om te zien of er genoeg ruimte was om languit te liggen. Maar zelfs als hij dwars ging liggen, zou hij zijn knieen op moeten trekken. In ieder geval zou hij voldoende licht en frisse lucht hebben hier. Het badkamerraam kwam uit op een smalle binnenplaats. Herman begon uit te rekenen wat hij nodig had om in leven te blijven. Jadwiga moest hem iedere dag twee of drie aardappels brengen, een sneetje brood, een stukje kaas, een eetlepel plantaardige olie en zo nu en dan een vitaminepil.

Zijn echtgenote Tamara is bij zijn weten omgekomen in het kamp. Dan is er nog zijn maitresse Masja, die ook van alles heeft beleefd in de oorlog. Beschadigde mensen, die zich vastklampen aan elkaar.

Het zijn de overlevenden van het ondenkbare leed, de rest van hun leven blijven ze dat. De anderen zijn dood. Waarom leef ik nog? Waarom moesten zij sterven? Het leed is te groot om te dragen, en toch leven de mensen door. Singer maakt het bespreekbaar, en inzichtelijk.

Herman herinnerde zich ineens zijn besluit om een goede jood te worden, om terug te keren naar de Sjoelchan-aroeg en de Gemara. Hoe vaak had hij niet zulke besluiten genomen! Hoe vaak had hij niet geprobeerd om de wereldse zaken in hun gezicht te spuwen! Maar telkens weer was hij weggelokt. En nu was hij op weg naar een feestje. De helft van zijn volk was gemarteld en vermoord, en de andere helft gaf feestjes.

Isaac Bashevis Singer werd in 1904 in Polen geboren en emigreerde in 1935 naar Amerika. In 1978 werd hem de Nobelprijs voor de literatuur toegekend.

Een groot schrijver die veel te vertellen heeft en met zijn werk ogen opent die anders gesloten zouden blijven. Het zou mooi zijn als mensen hem zouden blijven lezen.

Op de vraag wanneer hij is gaan schrijven antwoordt Singer: ‘Toen ik werd geboren vroeg mijn moeder aan de vroedvrouw, is het een jongen of een meisje? Geen van beide, zei zij, het is een schrijver.’

Rijke verhalen vol humor, altijd, voor mij is Singers werk een bijzonder groot en verrijkend genot.

Meer weten (naast het lezen van al zijn nog volop beschikbare werk)?https://www.youtube.com/watch?v=YPDowgxqqjA

Categorieën
literatuur

Gloed

Na de focus op de Oostenrijkse Roth blijft de Literatuurder graag nog even hangen in dat deel van Europa en wel met Sándor Márai (1900-1989). Deze Hongaarse (Oostenrijks Hongarije) auteur heeft veel indruk op mij gemaakt met zijn wonderschone werk Gloed (verschenen 1942 en een van de titels van de literaire canon van de 20e eeuw).

Eens per maand fiets ik de minibiebjes in de omgeving langs om mijn overschot aan boeken kwijt te raken, ik verdeel het eerlijk. Telkens kom ik weer nieuwe biebjes tegen en neem ik nieuwsgierig kennis van de inhoud. Ik lever meer dan dat ik afneem, maar het gloednieuwe exemplaar van Gloed (het zat nog net niet in kadoverpakking) heb ik meegegrist. Ik had er wel van gehoord maar het nog nooit gelezen, een trofee! Lezen, herlezen en voor altijd bewaren dit kleinood: 156 pagina’s pure taalkunst.

De thema’s van Gloed zijn o.a. vriendschap, verlies en verraad. . Het verhaal begint met Henrik die in het kasteel waar hij woont, is geboren en zijn jeugd heeft doorgebracht wacht op de komst van zijn vriend. Konrád en Henrik hebben elkaar 41 jaar niet gezien of gesproken. De jongens hebben elkaar ontmoet in een militair opleidingsinstituut, op tienjarige leeftijd.

Categorieën
literatuur

Radetzkymars en Rebellie

De Literatuurder worstelt weleens met de taal van de te lezen roman uit de wereldliteratuur. Is deze klassieker Amerikaans of Engels, dan kan ik die gelukkig in de oorspronkelijke taal lezen. Soms mis ik dan, ook al beheers ik de Engelse taal best goed, nuances of verwijzingen. Daarom lees ik een boek wat mijn interesse echt heeft gevangen vaak ook in het Nederlands. Of ik lees afwisselend in beide talen. Maar is het werk Duits, Russisch, Frans of noem maar op, dan ben ik op de vertaling aangewezen.

Mijn bewondering voor het knappe werk van de literaire vertaler is dan ook heel groot, wat een prestaties! Regelmatig wordt goed leesbaar vertaald werk herzien of hertaald. Ik hang dan vaak aan ‘mijn’ exemplaar, zoals bij Radetzkymars, van Joseph Roth (1894-1939).

Het werk van Joseph Roth is oorspronkelijk in het Duits geschreven. Ik koester mijn exemplaar van de Radetskymars (uit 1932) dat is vertaald door W. Wielek-Berg. Ik vind deze versie ontzettend goed, maar ik zal de meest recente hertaling binnenkort eens lezen en vergelijken. Wie meer wil weten over het boek of over de hertaling, een helder en mooi artikel daarover staat op de site van Tzum